11/3/21. Ik sta alleen om mijn man te verdedigen. Ik heb, zover ik weet, gedaan wat ik kon om hem te helpen, maar nog steeds heb ik niets van hem gehoord. Nog steeds weet ik niet of hij leeft of gestorven is. Nog steeds heeft de Sovjetregering op al mijn brieven en vragen geen antwoord gegeven.' (Augusta de Wit, april 1939)Al tweeënhalf jaar deed Augusta in Moskou verwoede pogingen het lot van haar man Wim te achterhalen. Toen hij in de nacht van 4 op 5 november 1936 van zijn bed werd gelicht door de NKVD, de geheime dienst van de Sovjet-Unie, dacht ze dat er een vergissing in het spel was. Hoe kon zo'n bescheiden en idealistische man als Wim iets op zijn kerfstok hebben? Op een dag ontving ze volkomen onverwachts een brief van hem. Hij was gedeporteerd naar Kolyma, een barre streek in het verre oosten van Siberië, bekend om zijn goelagkampen. Vol hoop schreef ze de ene na de andere brief terug, zelfs toen ze één van haar brieven retour kreeg met het stempel: adresat oemer- geadresseerde overleden. Was hij werkelijk dood? Ze kon het niet geloven.Hans Olink (1949) is journalist en redacteur bij het VPRO-radioprogramma OVT. Eerder verscheen van hem De oorlogen van een Indische krijgsgod. Het wonderbaarlijke leven van Louis Grondijs.
Een Siberische tragedie / H. Olink
9789045000220
Uitgeverij; Atlas.
Paperback. 2007.